Circulair bouwen wordt steeds meer een begrip in de bouwsector. De afgelopen jaren zijn er inspirerende voorbeelden van circulaire gebouwen gerealiseerd en elk jaar worden het er meer. Dat is ook hard nodig want de bouwsector is een van de grootste lineair werkende sectoren in Nederland.
HEVO is intrinsiek gemotiveerd en voelt een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te bouwen zonder negatieve effecten voor toekomstige generaties, namelijk door circulair te bouwen. Maar wanneer ben je circulair aan het bouwen? Hoe definiëren en meten we dat? Dit artikel geeft in het kort antwoord op deze vragen. Waarbij we vooropstellen dat er op dit moment, naar onze mening, nog geen volledig circulaire projecten bestaan.
Bronnen, milieu en bestaande waarde
Er zijn verschillende definities van circulair bouwen. Wat ze gemeen hebben is dat het in alle gevallen gaat om het ontwikkelen, bouwen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen op een manier die zorgt voor de bescherming van natuurlijke bronnen, milieu en de bestaande waarde. Bij het beschermen van de natuurlijke bronnen gaat het erom zoveel mogelijk gebruik te maken van duurzaam geproduceerde hernieuwbare (onuitputtelijke) en algemeen beschikbare grondstoffen en materialen als hout, stro, hennep, vlas, wol, bamboe en leem. Denk hierbij aan houtskeletbouw, biobased verf en leem stucwerk. Bij het beschermen van het milieu worden strategieën ingezet om de milieu-impact zoveel mogelijk te reduceren. Het gaat hierbij zowel om de impact door de productie van materialen en de bouwactiviteiten zelf als om het gebruik van het gebouw. Naast het reduceren van de uitstoot van CO2 en stikstof moet er ook worden gezorgd dat de afvalstromen worden verminderd en dat er keuzes worden gemaakt om de biodiversiteit in de omgeving te beschermen. Het beschermen van de bestaande waarde tot slot draait om het rekening houden met een langere levensduur van producten en gebouwen om zo te voorkomen dat nieuwe producten moeten worden gefabriceerd. Bij dit aspect van circulair bouwen passen voorbeelden als demontabel bouwen, as a service leaseconcepten en de transformatie van bestaande gebouwen.
Meten van circulariteit
‘Meten is weten’ is een belangrijk ingrediënt bij circulair ontwerpen en bouwen. Meten komt niet alleen van pas om haalbare doelen te stellen op weg naar 100% circulair bouwen; het zorgt er ook voor dat we kennis opbouwen waardoor we steeds betere circulaire ontwerpen en gebouwen kunnen maken. Er zijn diverse meetmethodieken te vinden in de markt, maar vanwege de complexiteit en de verstrengeling van de verschillende circulaire strategieën is er nog geen allesomvattende methodiek.
Vanuit de overheid wordt (alleen nog) gestuurd op de MPG-berekening van een woning of kantoorgebouw. Deze berekening geeft de milieubelasting van een gebouw weer aan de hand van de toegepaste materialen. Daarmee richt deze zich alleen op het aspect ‘milieu-impact’ en niet op het beschermen van ‘natuurlijke bronnen’ en ‘bestaande waarde’.
MPG staat voor Milieu Prestatie Gebouwen en is gericht op het bepalen van de schaduwkosten van alle materialen die worden toegepast in het gebouw, gedeeld door de levensduur van het gebouw. De schaduwkosten zijn de kosten die moeten worden gemaakt om de negatieve milieu-invloeden te compenseren. Hoe hoger de schaduwkosten van een materiaal, hoe slechter dat materiaal is voor het milieu. De MPG wordt uitgedrukt in euro’s per m² per jaar. Op dit moment zijn in het Bouwbesluit alleen eisen opgenomen voor woningen (0,8) en kantoorÂgebouwen (1,0).
Wanneer bouw ik circulair?
Het antwoord op de vraag wanneer er sprake is van circulair bouwen is tegelijkertijd eenvoudig als lastig om te beantwoorden. Eenvoudig omdat als het gebouw voldoet aan op zijn minst een van de toegelichte doelen, het al circulaire bouwelementen bevat. Wanneer hiermee wordt voldaan aan de MPG-eis, dan zou je kunnen spreken van een circulair gebouw. Lastig is het echter omdat het voldoen aan een van de doelen en/of de MPG-eis niet automatisch betekent dat het gebouw écht circulair is. Zeker niet als dit wordt afgemeten aan de stip op de horizon om in 2030 50% te hebben gehaald van een volledig circulaire bouweconomie in 2050. Vooralsnog zijn we met zijn allen flink aan de weg aan het timmeren en luidt ons antwoord op de vraag ‘wanneer bouw ik circulair?’: ‘Ga aan de slag, bepaal haalbare doelen, maak gebruik van de kennis in de markt zoals de leidraden en kenniswebsites, zorg ervoor dat er een gemotiveerde circulaire projectorganisatie staat en daag iedereen uit om het maximale eruit te halen. Dan ben je circulair aan het bouwen!’.