De arbeidsmarkt is uit balans en de vraag naar vakmensen en goed opgeleiden is hoog. Regio West-Brabant zoekt samen met overheid, onderwijs en het bedrijfsleven naar oplossingen, onder andere in de human capital strategie. Het onderwijs is daarin een onmisbare schakel en vormt het startpunt van verandering. In gesprek met Rob Neutelings, voorzitter Raad van Bestuur van Curio.
West-Brabant kampt met grote tekorten op de arbeidsmarkt. Goed geschoold personeel is lastig te vinden voor bedrijven. Ook kampt de regio met uitdagingen. Denk aan de arbeidsmarktvraag voor de energietransitie en de toenemende rol van digitalisering in allerlei sectoren. Oplossingen en het anders inzetten van mensen of menselijk kapitaal zijn daarom nodig. Regio West-Brabant werkt samen met partners uit de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven aan een goede human capital strategie. Deze samenwerking wordt ook wel triple helix genoemd.
Vraag naar werk en vakmensen
Als beroepsopleider met vmbo- en mbo-opleidingen levert Curio een belangrijke bijdrage aan de West-Brabantse economie. Curio leidt praktische vakmensen op. Deze mensen komen onder meer terecht in het mkb in de regio West-Brabant. Een belangrijke pijler van de regionale economie waarin veel mbo’ers werkzaam zijn. Door de veranderende arbeidsmarkt is de vraag naar praktisch en technisch opgeleid personeel groot. “We leiden veel mensen op, maar de vraag naar personeel blijft”, vertelt Neutelings. Laatst las hij dat ruim drieduizend bedrijven wachten op het aansluiten van zonnepanelen. Het geld is er, maar de mensen niet. “Je zou eigenlijk moeten zorgen dat mbo’ers uit andere regio’s naar West-Brabant komen om hier te studeren en later te werken. Zo gaat het ook bij hbo’ers of wo’ers. Die blijven vaak hangen in de stad of regio waar ze studeerden.”
Begin in ieder geval bij de basisschool en zorg ervoor dat jongeren het mbo weer waarderen en kansen zien
Een goede start
Grote problemen vragen om minstens zo grote oplossingen. Lastig, maar niet onmogelijk, merkt hij op. “Begin in ieder geval bij de basisschool en zorg ervoor dat jongeren het mbo weer waarderen en kansen zien. Maar durf als onderwijsinstelling ook te zeggen dat bepaalde delen van de arbeidsmarkt verzadigd zijn”, vindt hij. “Sommige opleidingen moeten we afstoten om te zorgen dat vraag en aanbod weer in balans komen. We hebben timmermannen én chirurgen nodig. Maar geen overschot aan bouwvakkers en ook geen duizenden chirurgen.” Het vraagt om maatschappelijke veranderingen en een andere blik op onderwijs en opleiden merkt hij op.
Verandering op de lange termijn
Verandering begint volgens hem bij plannen maken voor de lange termijn. Met een goede strategie zodat je problemen op de arbeidsmarkt kunt voorkomen. Nog betere samenwerking en afstemming tussen ondernemers, onderwijs en overheid vormen dan de basis. “Bedrijven hebben het liefst morgen een vacature voor een technicus vervuld. Maar eigenlijk moet die technicus dan op de basisschool al warm gemaakt worden voor een vak als elektromonteur of lasser. Het onderwijs moet juist dan al zorgen dat leerlingen de waarde van een praktische vakopleiding inzien.”
Spreekt hij namens Curio, dan wordt daar nu al gekeken naar arbeidsmarktperspectief. “We starten bijvoorbeeld geen nieuwe opleidingen meer als er geen vraag is. Zo nemen wij onze verantwoordelijkheid. Dat klinkt hard, maar het is wel een manier om jongeren op jonge leeftijd de juiste keuze te laten maken zodat ze daar later profijt van hebben.”
Concurrentie
Om te zorgen voor een gezonde arbeidsmarkt heb je de kennis en kunde van zowel de overheid, ondernemers en het onderwijs nodig. Ook het bedrijfsleven vervult daarin een belangrijke rol als het gaat om het stukje maatschappelijke verantwoordelijkheid en of je die wil nemen als bedrijf. “Als ondernemers een stuk minder competitief zouden zijn en meer aan co-creatie doen, kun je personeel anders inzetten. Neem de logistiek als voorbeeld. Een van de West-Brabantse topsectoren. In die sector kijkt ieder bedrijf vooral naar zichzelf. Hoe kan ik groeien? Waar kan ik winsten maken? Terwijl je juist als collectief meer bereikt. Durf ook andere paden te bewandelen en meer samen te werken.”
Om echte veranderingen in gang te zetten, moeten we in die actiemodus komen en in triple helix-verband samen projecten oppakken
Samenwerkingen
Positieve veranderingen die nu al plaatsvinden zijn volgens Neutelings de learning communities, waarbij theorie en praktijk direct aan elkaar gekoppeld worden. “In Bergen op Zoom werkt Curio samen met een zorginstelling waar studenten in de zorg theorie en praktijkonderwijs op de locatie zelf krijgen. Dus niet meer alleen vanuit een boek in een lokaal. Dat maakt het onderwijs voor studenten al een stuk interessanter.” Dit soort samenwerkingen zijn volgens Neutelings erg waardevol en vraagt ook van de overheid om een andere rol.
“De overheid moet faciliterend en aanjagend werken. Het DAB-lab in Bergen op Zoom is zo’n plek waar interessante kruisbestuivingen tussen onderwijs en bedrijfsleven plaatsvinden. Maar het komt uiteindelijk wel uit de koker van de gemeente.” Ook wijst hij naar plekken als Breda Robotics of in Moerdijk, waar bij de nieuwe aanleg van het Logistiek Park Moerdijk bedrijven, de overheid en het onderwijs nu al samenwerken. Bijvoorbeeld in het betrekken van techniekstudenten of arbeidsmigranten.
Hoopvol
“Om echte veranderingen in gang te zetten, moeten we in de actiemodus komen en in triple helix-verband projecten oppakken. Gelukkig weten deze partijen elkaar al vaak te vinden, zoals in Bergen op Zoom en Breda. Maar het kan beter, intensiever”, merkt hij op. Neutelings heeft jarenlang buiten West-Brabant gewerkt. Als je de aanpak van bovenstaande problemen daar met West-Brabant vergelijkt, doet de regio het niet eens zo heel slecht, vindt Neutelings. “Ik ben van nature positief ingesteld. Als je kijkt naar wat voor pogingen nu al gedaan worden om samen te werken en elkaar te vinden, dan is dat hoopvol. Het blijft belangrijk om als organisaties of overheden met elkaar over problemen en oplossingen te praten. Zeker voor de lange termijn.”