LCB, een samenwerking tussen kennisinstellingen Tilburg University, TU Eindhoven, Nederlandse Defensie Academie en Breda University of Applied Sciences, gaat in april zijn vierde jaar in. Al in het eerste LCB jaar ontdekten vierde jaars studenten in hun onderzoek dat de verspilling van medicijnen een grote kostenpost is in Nederland. “We hebben het over een miljard euro aan medicijnen dat nog bruikbaar is en toch jaarlijks in de prullenbak of het toilet verdwijnt.”
Zorglogistiek
Slechts een derde van de Nederlanders blijkt de weg naar de apotheek of milieustraat voor overgebleven medicijnen te kennen. De medicijnen die wél worden teruggebracht zijn vaak, blijkt uit eerder LCB onderzoek, nog van prima kwaliteit. Temperatuurgevoelige medicijnen lenen zich lastiger voor heruitgifte. Een groot deel van de ingeleverde medicijnen zit ongeopend in de verpakking en is vaak nog minstens anderhalf jaar te gebruiken. Maar, in Nederland is het niet toegestaan om deze medicijnen opnieuw uit te geven.
Daarom schonk LCB onlangs een deel van de ingeleverde medicijnen aan Suriname, waar enorme schaarste aan goede medicijnen bestaat. De medicijnen werden dankbaar in ontvangst genomen via het academisch ziekenhuis in Paramaribo. Een telefoongesprek dat Kemps van tevoren met een arts ter plaatse had, gaf bewijs van de noodzaak. “Hij vertelde me drie operaties uit te moeten stellen vanwege een tekort aan medicijnen. Dan kun je denken aan bloeddrukverlagers en ontstekingsremmers.” Inmiddels hebben zich al meer landen gemeld.
De gezondheidszorg plukt de vruchten van het hergebruik van medicijnen, net als het milieu. Nog te vaak komen medicijnen in het riool terecht en de werkzame stoffen in medicijnen laten zich moeilijk uit drinkwater halen. Vanuit Brabant hoopt de directeur van LCB verder uit te breiden met retour medicatiecentra. Retourcentra moeten over drie jaar volledig operationeel zijn. “We willen de politiek erbij betrekken, want goed bruikbare medicijnen moeten ook in Nederland opnieuw kunnen worden uitgegeven. Wat ons betreft staat de afvalstroom uiteindelijk op nul.”
Leefbare stad
Met de helft van de subsidie maakt LCB zich sterk voor een ander actueel onderwerp: Leefbare steden met als randvoorwaarden economische bereikbaarheid, vitaliteit en een gezond milieu. Daarvoor werkt LCB aan een thematische digitale atlas. In die atlas maakt LCB met o.a. inzet van studenten van logistieke data van personen- en goederenvervoer, stedelijke distributie en het vestigingsklimaat van bedrijventerreinen een visuele vertaling. Die vertaling moet de impact van een voorgenomen beleidskeuze op de logistieke branche laten zien. De atlas toont ook de invloed van gebeurtenissen op de korte termijn: openbare data van bijvoorbeeld voorstellingen in een schouwburg, een festival of een activiteiten in een gemeentehuis brengen de stromen van mobiele bewegingen zelfs nog gedurende de dag in kaart.
Kemps kaart aan: “Wat weten we nu eigenlijk van de herkomst van alle mobiliteitsbewegingen? Je ziet dat het druk is in een stad, maar hoe komt dat? Er is veel openbare data beschikbaar over bijvoorbeeld inwonersaantallen en onroerend goed, maar deze informatie is versnipperd. De versnipperde informatie willen we in kaart brengen en verrijken met vervoersdata.”
De LCB-directeur ziet een digitale atlas niet als een doel op zich, maar wel als het gereedschap waarop beleidsbeslissingen en operationele beslissingen worden gebaseerd. “In de leefbare stad, waar je de rol van de binnenstad ziet veranderen, smeken transities om meer data. Tegenwoordig zoeken bezoekers van een stad veel meer dan alleen een specifieke winkel. Mensen kijken naar het totaalplaatje.”
Dankzij de subsidie kan LCB de komende jaren de projecten in een versneld tempo draaien. 2,8 miljoen euro bedraagt de totale subsidie voor beide projecten, vanuit de regiodeal Midden West-Brabant Makes & Moves. De helft van de subsidie wordt door de deelnemende projectpartners als inspanning van die partners ingebracht.
Auteur: Carline Klijn – van Best