Subsidie uit O&O-fonds voor onderzoek bezoekersstromen: ‘Niet iedere toeristische locatie hoeft een pretpark te worden’

Etten_Leur_Bewegwijzering-min

De groei van toerisme in (West-)Brabant heeft effect op bezoekersstromen en drukte in dorpen en steden. Gemeenten onderzoeken daarom tools die kunnen helpen bij het managen van bezoekersstromen en de daarmee gepaard gaande impact op de leefbaarheid. Subsidie uit het Onderzoek & Ontwikkelfonds van Regio West-Brabant (RWB) steunde een basisonderzoek van Breda University of Applied Sciences (BUas) naar bezoekersstromen in de gemeente Etten-Leur.

Bezoekersstromen meten vindt op steeds meer toeristische plekken plaats. Steden en regio’s die te maken hebben met groeiend toerisme of die een toekomstige groei verwachten, zijn namelijk op zoek naar tools die hen kunnen helpen bij het managen van bezoekers(stromen). En de daarmee gepaard gaande impacts op leefbaarheid. Volgens Corné Dijkmans, manager Research & Business Innovation van de Academie Toerisme van BUas, valt dit samen met de steeds belangrijker wordende rol die (big) data speelt in organisaties om betere en met cijfers onderbouwde beslissingen te kunnen nemen.

Informatie, inzicht en kennis

“Steeds meer gemeenten en toeristische locaties willen inzicht en kennis krijgen. Niet alleen in de hoeveelheid bezoekers, maar ook waar bezoekers zich heen bewegen of ophouden.” Want het is volgens hem lang niet altijd het geval dat toeristische locaties altijd maar meer en meer bezoekers moeten of willen trekken. “Niet iedere toeristische locatie hoeft een pretpark te worden”, aldus Dijkmans. Het inzicht in data kan dan weer gebruikt worden om bijvoorbeeld bij drukte eerder in te grijpen of voor betere sturing en informatievoorziening vooraf te zorgen. Maar die data moet dan nog eerst wel verzameld en via een platform beschikbaar gesteld worden.

Het rapport is in principe openbaar en mag met allerlei partijen gedeeld worden, zodat zij de kennis en resultaten ook kunnen gebruiken

Etten-Leur als proeflocatie

Kort voor de zomer van 2021 is gestart met het maken van een inventarisatie van beschikbare meetmethoden en welke leveranciers er zijn. Het onderzoek liep tot december, legt Dijkmans uit. “Voor we begonnen, zochten we naar gemeenten die baat bij dit onderzoek konden hebben. Etten-Leur kwam daarin naar voren omdat, naar verwachting, het aantal toeristen en bezoekers hier toeneemt. Onder andere door de mogelijke toekomstige investeringen van Van Gogh Sites Foundation in de Van Gogh Kerk.” Het uitgevoerde onderzoek had een inventariserend karakter. Dijkmans: “Dat houdt in dat we vooral keken naar welke mogelijkheden er zijn om metingen te verrichten, welke dataleveranciers er zijn, maar ook wat daarvan de kosten zijn of welke praktische en wettelijke aspecten daarbij een rol spelen.”

Meetmethoden

Lastiger dan je wellicht denkt, merkt hij op. “Er zijn namelijk veel aanbieders van meetmethoden en data. De markt is enorm in beweging. Denk aan de steeds grotere inzet van camera’s of sensoren. Ook ten aanzien van de regelgeving rondom de inzet van meten en tellen in de publieke ruimte.” Dankzij het onderzoek is nu beter in beeld gebracht hoe gemeenten en regio’s een keuze kunnen maken rondom het inzetten van verschillende methodieken in de snel veranderende markt. Dijkmans: “De komende jaren neemt naar verwachting het toerisme in West-Brabant alleen maar toe. BUas en de onderzoekspartners willen zo alvast instrumenten klaar te hebben liggen, zodat gemeenten hier makkelijker op voort kunnen bouwen.”

Uitkomst onderzoek

“Uiteindelijk bepaalt de gemeente Etten-Leur zelf wat ze met de resultaten doen”, gaat hij verder. Naast een duidelijker beeld van het instrumentarium, leerde Dijkmans en zijn team dat het inzetten van het instrumentarium niet altijd makkelijk gaat. Onder andere door privacywetgeving. Dankzij deze resultaten ontstaan er mogelijkheden voor verder onderzoek. “Het rapport is in principe openbaar en mag met allerlei partijen gedeeld worden, zodat zij de kennis en resultaten ook kunnen gebruiken”, legt hij uit. “Daarnaast kan op een later moment gekeken worden hoe deze resultaten ingezet kunnen worden om de bezoekersdruk in bijvoorbeeld natuurgebieden beter te monitoren.”

Over de grens

Dijkmans kijkt tevreden terug op het project. “Natuurlijk vinden er continu ontwikkelingen plaats op het gebied van dataverzameling en meettechnieken. Maar de studie vormt een goede basis die bovendien gratis en vrij toegankelijk is. Zo kunnen andere gemeenten, instanties of onderzoekers ook profijt hebben van dit onderzoek.” Het vormt volgens hem dan ook een goed beginpunt waardoor gemeenten betere, meer afgewogen beslissingen kunnen nemen.

Verder gebruikt BUas het rapport en de studie zelf bij de ontwikkeling van nieuwe projecten op dit gebied. “Op dit moment lopen er verschillende initiatieven voor projecten op het gebied van meten en managen van bezoekersdruk, waarin we samenwerken met toeristische steden als Veere, Den Bosch en Gulpen-Wittem. Daar kunnen we de opgedane kennis goed bij gebruiken.”

Meer informatie

Wil je meer weten over dit onderzoek en project? Bezoek dan de website van BUas voor het downloaden van het eindrapport. Wil je zelf ook gebruikmaken van O&O-subsidie voor jouw initiatief of project? Bekijk dan de pagina van het O&O-fonds in het subsidieloket.

GERELATEERD

Artikel gaat over

Meer berichten