Binnen Curio, de beroepsopleider van West-Brabant, wordt door de sector Techniek & Gebouwde omgeving met veel succes de vakman/vakvrouw van morgen klaargestoomd. “Dat doen we door intensief samen te werken met de opleidingsbedrijven. Die op hun beurt de studenten weer verder helpen door ze praktisch te scholen en in contact te brengen met de leerbedrijven.
Daardoor staat er een krachtig samenwerkingsverband dat er voor zorgt dat het beroepsonderwijs nog beter aansluit op de eisen die door de bouw,- en installatiesector aan de medewerkers worden gesteld”, schetst Bart Vanlaerhoven, onderwijsmanager binnen Curio. “De bouwwereld verandert zo enorm snel dat het ondoenlijk is die ontwikkelingen in de volle breedte te kunnen monitoren en te kunnen verwerken in onze opleidingen. Maar het is wel onze ambitie om dit zo goed mogelijk te doen. En dus is samenwerking met de opleidingsbedrijven en hun aangesloten leden onontbeerlijk. We moeten samen werken aan de werknemers van de toekomst.
Samenwerking met zichtbaar resultaat
Een mooi voorbeeld van deze samenwerking is de realisatie in 2023 van het Bouw en Techniek Centrum Breda. De opleidingslocatie voor praktijkscholing van voornamelijk jonge bouwvakkers die zich willen laten opleiden tot timmerman, metselaar, tegelzetter, schilder, stratenmaker, werkvoorbereider of leidinggevende in de bouw. Maar waar inmiddels ook de opleidingen installatie- en elektrotechniek in 2024 een plek krijgen. Daarnaast volgen ook studenten en personeel die in de bouw werkzaam zijn bij- en nascholingscursussen. Vanlaerhoven: “We werken in deze samen met BouwSchool Breda, Bouwmensen Zuidwest, Inframensen Zuid en Schildersvakopleiding Breda en dus ook met IW Brabant Zeeland. Door deze samenwerking bieden we studenten een prachtige kans op een mooie baan met perspectief. Maar we vullen ook de behoefte en noodzaak om een leven lang te leren voor de huidige generatie vakmensen in. Daarmee spelen we een actieve rol in het vinden, boeien en behouden van mensen. Een rol die ons als Curio prima past.”
Toekomstbestendig en klimaatpositief
Dat de vraag naar vakmensen toe zal nemen daar is Vanlaerhoven heilig van overtuigd. En dat de vakman/vakvrouw van morgen en overmorgen zijn werk anders doet, daar heeft hij ook geen enkele twijfel over. “Ik vertel natuurlijk niets nieuws als ik zeg dat de wereld van de gebouwde omgeving in een razendsnel tempo aan het veranderen is. Vraagstukken als duurzaamheid, energietransitie, biobased bouwen, het stikstofprobleem, maar ook de ‘war on talent’ en digitalisering. Het zijn allemaal zaken die voor verandering zorgen en dus van invloed zijn over hoe er in de toekomst gebouwd gaat worden. En dus mede bepalend zijn voor hoe de bouwvakker van morgen zijn werk gaat doen. Probleem is alleen dat als we een rondgang maken langs onze partners dat besef er wel is. Maar de urgentie niet wordt gevoeld. De waan van de dag overheerst bij veel bedrijven nog teveel. En dat hindert ons dan weer in onze missie om de juiste mensen af te leveren. Dus hebben we besloten om de handschoen op te pakken en hebben we de samenwerking gezocht in ons netwerk en bij Avans Hogeschool een luisterend oor gevonden. Met als mooi resultaat dat dr.ir. Michiel Smits, senior docentonderzoeker Bouwkunde & Architectuur bij Avans Hogeschool, een practoraat op gaat starten waar praktijkonderzoek plaats zal gaan vinden.
Smits: “Naast mijn docentschap ben ik lid van de kenniskring gebouwde omgeving. Ook ben ik eigenaar van adviesbureau klimaatpositief bouwen. Daarmee is naast mijn expertise ook mijn netwerk een goede basis om met dit practoraat te starten. Ik ben 1 januari begonnen, maar ik heb natuurlijk de afgelopen maanden mijn huiswerk al gedaan. Mijn bevindingen? Ik onderschrijf het beeld dat Bart schetst volledig. Natuurlijk zijn er al bedrijven die goed in de gaten hebben dat het anders moet. Al dan niet omdat de wet- en regelgeving ze daar toe zal gaan stimuleren. Maar wat nog veel belangrijker is dat ze moeten beseffen dat ze onderdeel zijn van een bouw- en productieketen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ik zal je een voorbeeld geven, als een bouwbedrijf besluit biobased te gaan isoleren met stro of hennep, is dit van invloed op het werk van de stukadoor, schilder, elektricien, enz. die de wanden afwerken en van infrastructuur voorzien. Dus zelfs al sta je zelf niet of minder open voor vernieuwing zal je er steeds vaker mee geconfronteerd worden in je dagelijks werk. Daarnaast zul je gaan zien dat in uitvragen van ontwikkelaars en gemeenten steeds vaker klimaatpositieve eisen zullen worden gesteld. Kun je daar als bedrijf niet in mee dan val je vroegtijdig af. Kortom, de vraag is niet of er dingen gaan veranderen, maar veel meer wanneer en op welke manier. Door actief de samenwerking te gaan zoeken met het practoraat kun je andere bedrijven met vergelijkbare vraagstukken vinden en weet je in ieder geval wat er speelt. En wij kunnen door het uitvoeren van praktijkonderzoek weer van de bedrijven leren wat we dan tevens mee kunnen nemen in het onderwijs. Volgens mij een win-winsituatie voor beiden, maar de grote winnaar zal de vakman/vakvrouw van morgen zijn, want die kan handen en voeten geven aan het realiseren van een klimaatpositief gebouwde omgeving.
