De A1, één van de belangrijkste verbindingen tussen Randstad en Midden- en Oost-Nederland, scoort in deze mobiliteitsanalyse slecht en daarom luiden vijf regio’s langs de A1 – Gooi en Vechtstreek, Amersfoort, Foodvalley, Cleantech en Twente – de noodklok. “Het is Code Rood voor de Corridor A1”, aldus de bestuurders van deze regio’s.
Het is de eerste keer dat vijf regio’s in vier provincies de handen inéénslaan en aandacht vragen voor de integrale aanpak van de Corridor A1.
“Langs deze Corridor A1 bevinden zich belangrijke woon- en werkgebieden. Hier wonen 2 miljoen mensen, hier werken 1 miljoen mensen én hier is sprake van een grote groeiambitie. We houden rekening met een toename van 150.000 woningen en zo’n 400.000 inwoners”, zegt Rob Metz, portefeuillehouder mobiliteit van Regio Amersfoort. De druk vanuit de Randstad op Midden- en Oost-Nederland is nu al groot. “Dat vraagt om snellere én om comfortabelere verbindingen”, vult Ron König, portefeuillehouder mobiliteit van de Cleantech Regio (Apeldoorn, Deventer en Zutphen e.o.) aan.
Integraal MIRT Onderzoek
“Wij willen niet lijdzaam toekijken hoe de A1 verder dichtslibt terwijl noodzakelijke verbeteringen op het gebied van duurzame mobiliteit, spoor en openbaar vervoer op zich laten wachten. Wij willen samen met Rijk en provincies een integraal MIRT Onderzoek naar de specifieke opgaven, knelpunten en oplossingen voor de multimodale aanpak van de Corridor A1”, zegt mobiliteitsportefeuillehouder Engbert Stroobosscher van Regio Foodvalley. Zijn collega Alexander Luijten van Gooi en Vechtstreek: “We kijken, naast inzet op de weg, daarom ook naar verdere inzet van het openbaar vervoer, zoals de trein, om de weg niet verder te laten dichtslibben. Het MIRT Onderzoek Oostkant Amsterdam onderstreepte al de noodzaak van deze benadering.” Gerard Gerrits, regio Twente, onderschrijft óók het belang van goede spoorverbindingen. “De uitkomsten van de IMA bewijzen dat we nú mét elkaar in actie moeten komen.”
De vijf regio’s brengen het verzoek om een integraal MIRT Onderzoek bij Cora van Nieuwenhuizen, de demissionair minister, en Stientje van Veldhoven, de demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, én de Tweede Kamer onder de aandacht.