Bij Educom krijg je levenslang (en dat voelt fantastisch!)

Ze komen uit alle windrichtingen, de trainees die bij Educom worden opgeleid tot programmeur: van neerlandici tot natuurkundigen, van dirigent tot psycholoog. Maar volgens docenten Geert Weggemans en René Krewinkel hebben ze één ding gemeen: dat ‘genetisch defect’ waardoor dit mooie vak je pakt en je er nooit meer van los komt.

Als íemand weet hoe die magie werkt, dan zijn het deze twee ervaringsdeskundigen wel, beiden behept met precies datzelfde defect. Naast hun werk als docent/coach bij Educom zijn ze als ZZP-er nog dagelijks met het vak bezig. En zijn ze nog net zo bevlogen en enthousiast erover als toen zij er decennia geleden mee begonnen.

Educom trainees doorlopen een strenge selectieprocedure. Per jaar worden er ongeveer 100 trainees aangenomen, zo’n 25 per vestiging (Sittard, Eindhoven, Utrecht en Arnhem). Het zijn tegenwoordig veelal twintigers, die na hun beroepsopleiding (HBO/WO) op zoek zijn naar wat ze écht leuk vinden.

Elke trainee een eigen aanpak

Het opleiden is maatwerk en per individu kan de aanpak verschillen. “We krijgen mensen binnen die als hobby al wat IT-werk hebben gedaan, maar ook mensen met nul IT-kennis”,  vertelt Geert. “We kijken naar het niveau waarop iemand binnenkomt en passen het lesprogramma daarop aan. Het zijn allemaal intelligente mensen met een HBO-WO denkniveau, die het leuk vinden gecompliceerde problemen op te lossen. Wij leren hen welke denkwijze ze moeten volgen, wat de strategieën zijn en hoe je een vraagstuk aanpakt. Daarbij is iemand iets afleren vaak moeilijker dan iets aanleren.” René beaamt dit volmondig en vult aan: “Wij wijzen mensen niet alleen op hun verantwoordelijkheden als software developer, maar leren hen ook de technieken en strategieën die ze nodig hebben als werknemer in een bedrijf. Het is soms bijna een survival cursus die wij geven. Allemaal gebaseerd op onze decennialange ervaring in dit vak.”

Een leven blijvend veranderen

Het leerproces verloopt, ongeacht het niveau waarop iemand binnenkomt, vrijwel altijd volgens eenzelfde patroon. “Na een week of twee, drie slaat de frustratie toe”, aldus Geert. “Ze komen dan met problemen in aanraking die ze niet meer kunnen oplossen. En dat is voor deze intelligente mensen vaak een nieuwe ervaring. Juist door die frustratie staan ze open voor aanwijzingen die naar de oplossing leiden. En dan opeens beklijft het en krijg je dat geweldige KV-moment: het Kwartje Valt!” René herkent dat helemaal: “Het is fantastisch om dat te zien gebeuren. Dat is echt een fysieke ervaring: de rug gaat recht, de twinkeling komt in de ogen en BAM! Op zo’n moment weet ik: jij hebt het echt begrepen! Het enige wat dan nog moet gebeuren is ervaring opdoen. Maar ik weet op zo’n moment dat we een leven blijvend veranderd hebben.”

Van klaslokaal naar online

Gedwongen door de coronacrisis was de opleiding het afgelopen jaar geheel online. “Ik heb dat grotendeels als heel positief ervaren”, vertelt René. “De betrokkenheid ging bij veel mensen met sprongen vooruit. In een online 1-op-1 voelen veel van onze trainees zich vrijer om vragen te stellen.” Als het aan deze docenten ligt, wordt het online lesgeven na corona gecombineerd met het klaslokaal. Geert: “Zeker nieuwe instromers missen het rechtstreekse contact wel. Er zijn trainees die ik nog nooit echt heb ontmoet en die nu alweer uitstromen. Ik vind het soms ook moeilijk om vanaf een beeldscherm de mimiek goed af te lezen. En ik mis het kladderen op een groot papier als ik uitleg geef.”

De schoonheid van het vak

Toch lukt het de docenten prima om, ook online, hun enthousiasme voor het programmeren over te brengen op trainees. “Zij geven ons vaak als feedback hoe leuk ze het vinden dat wij zo vol verve over ons vak praten. Ik gun anderen datzelfde leuke leven dat ik heb, waarbij ik dagelijks bezig ben met een creatief vak: dingen bouwen, dingen maken, de schoonheid van patronen en structuren, ordening in de chaos brengen. Ik kan me niets mooiers voorstellen”, aldus Geert.

René ziet het vak van programmeren als een kunstvorm. “Iedere programmeur heeft zijn eigen stijl en aanpak, die je in de loop van de tijd ontwikkelt. Coderen kun je een aap leren, maar programmeren is een ambacht. Een goed programma leest als een gedicht, daar is geen standaard voor. Programmeren is een interessant en artistiek proces, waarbij je van een bos een mooi park mag maken. En als dat je eenmaal ‘pakt’, dan heb je levenslang.”

Auteur: Dianne Huijskens 

GERELATEERD

Artikel gaat over

Meer berichten